Radeloos kwam hij op mijn spreekuur, 45 jaar oud. Met een vriend om hem bij te staan. Hij had pijn in zijn rug en been. Hij sprak goed Nederlands. Syriër, hoog opgeleid, prachtige functie. Maar door zijn pijn had hij moeten stoppen met werken, kwam in de ziektewet, raakte hij zijn baan kwijt. Helaas bleef het daar niet bij. De relatie met zijn echtgenote leed er fors onder en hun huwelijk overleefde het niet. Zijn enige kind zag hij nauwelijks meer. En zijn trots…. Hij was alles kwijt.
Asim had een uitgebreide voorgeschiedenis met veel maag- en darmklachten, operaties, pijn en de daarbij behorende pijnstilling. Hij gebruikte sterke pijnstilling waar hij zweterig van werd, hij kon zijn handen niet meer bewegen en was "bijna in coma" geweest.
Zo…. niet niks!
Vijf jaar geleden was Asim vanwege een endeldarmtumor geopereerd. De tumor was weg, maar met de nabestraling en chemokuren erbij was hij met pijn in bekken en been uit deze periode gekomen. De vriend die hem vergezelde was een uit Syrië afkomstige gepensioneerde kinderarts. Hij was meegekomen om te luisteren en bijstand te verlenen. Want Asim sukkelde alsmaar door en het ging steeds slechter. Ook de voorgaande pijnbehandelingen elders waren niet succesvol geweest, lichtte zijn vriend toe, niemand kreeg hem beter. Het duurde allemaal lang en Asim wilde weer verder met zijn leven.
De pijn was sterk verergerd sinds een half jaar. Diverse scans waren zojuist door een collega gemaakt. Ik besprak met Asim wat de vermoedelijke pijndiagnose was op basis van alle beschikbare gegevens en wilde de resultaten van het laatste onderzoek er graag bij betrekken. Maar Asim was met de verwachting gekomen, na de lange tijd van ernstig lijden, dat ik hem nu wel direct van de pijn zou afhelpen. Ik was geraakt door zijn lijden en frustratie, vanwege zijn gevoel dat alles hem ontglipte. Woedend werd Asim, toen ik hem niet kon beloven de pijn meteen weg te kunnen nemen. Samen met de vriend kreeg ik Asim rustig. Ik voelde me er niet comfortabel bij, maar ik voelde wel mee met Asim.
We spraken een begeleidingstraject af met pijnbehandeling, revalidatie en psychosociale begeleiding. Het ging op en af. De blaasproblemen bleven terugkeren en leidden tot opnames in het ziekenhuis. We kregen de pijn in anus en been redelijk onder controle, maar daarvoor in de plaats kwam pijn in de blaasstreek. We hebben dat enigszins kunnen verminderen met een pijnbehandeling, maar de vechtlust van Asim nam met de dag af. Hij begon te berusten.
Asim was Koptisch christen en vond dat hij zijn pijn en lijden moest dragen. Dat gaf zijn geloof in. Daarom wilde hij geen spinaal katheter. Groots was zijn draagkracht en zó onverwacht vergeleken met hoe hij over kwam tijdens onze eerste ontmoetingen. Dit had ik nooit verwacht. Regelmatig liep ik even bij hem langs als ik hoorde dat hij weer opgenomen was. Dat heeft zo een paar maanden geduurd. Wij hoefden niet veel meer te veranderen aan het pijnbeleid. “Fijn dat u er bent, dokter. Maar het is goed zo….”. In de zomer van afgelopen jaar was zijn laatste opname. Met thuiszorg is Asim thuis overleden, onder familie en vrienden.
Als arts maak ik vele patiënten mee in hun lijdensweg. Wat me zo raakte in Asim was zijn vurigheid en vechtlust, die hij met zijn geloof wist om te zetten in een ongelofelijke kracht om zijn lijden te dragen. Asim liet ons in extremen zijn lijden, kracht en menselijkheid zien, om al zijn verliezen om te zetten in een verdraagzaamheid en acceptatie. Asim was een groot man en een voorbeeld voor ons allen.
André P. Wolff, Hoogleraar Anesthesiologie i.h.b. Pijngeneeskunde, Pijncentrum UMCG